STATUTEN  RUGBY CLUB TILBURG

Artikel 1 – Naam en zetel

  1. De vereniging draagt de naam: Rugby Club Tilburg.
  2. De vereniging is gevestigd in de gemeente Tilburg.
  3. De vereniging is opgericht op veertien augustus negentienhonderdvierenzeventig.

Artikel 2 – Doel

De vereniging heeft als doel:
a) de bevordering van de lichaamsontwikkeling door het beoefenen van het rugbyspel;
b) de belangstelling voor en de beoefening van de rugbysport bevorderen;
c) het vormen en begeleiden van haar leden en het behartigen van hun belangen;
d) het scheppen van een dusdanig klimaat in de vereniging dat een bijdrage wordt geleverd tot een harmonische mensvorming; en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

Artikel 3 – Lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
  2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  3. De vereniging kent de volgende leden:
    a) spelende leden
    b) niet spelende leden;
    c) leden van verdienste en ereleden.
  4. Spelende leden zijn verplicht lid te zijn van Rugby Nederland (“RN”) en daar gedurende het lidmaatschap lid van te blijven. Spelende leden zijn verplicht zich te onderwerpen aan de statuten, besluiten en reglementen van de RN en van de vereniging. Het bestuur is bevoegd aan RN gevraagde inlichtingen inzake de leden te verstrekken.
  5. Niet-spelende leden, zijn verplicht zich te onderwerpen aan de statuten, besluiten en reglementen van de vereniging. Een niet-spelend lid heeft, met uitzondering van het recht om binnen de vereniging de Rugby sport te beoefenen, dezelfde rechten en plichten als een gewoon lid.
  6. De algemene vergadering kan een lid:
    a) op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging, tot lid van verdienste benoemen;
    b) op grond van het feit dat het lid zich langere tijd of meerdere malen bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de vereniging, tot erelid benoemen.Een lid van verdienste en een erelid heeft dezelfde rechten en plichten als een gewoon lid. Een lid van verdienste en een erelid heeft echter geen contributieplicht.
    In het huishoudelijk reglement kan worden geregeld wie het recht hebben een bindende voordracht op te maken voor de benoeming van een lid van verdienste of een erelid.
  1. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.

Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een algemene vergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.

Artikel 4 – Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    a) het overlijden van het lid;
    b) opzegging door het lid;
    c) opzegging door de vereniging;
    d)ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan alleen plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, op voorwaarde dat dit schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand gebeurt. Opzegging kan met onmiddellijke ingang als redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap – met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen – pas eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur op grond van bijzondere omstandigheden anders besluit.

Een lid kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waardoor de financiële verplichtingen van de leden worden verzwaard, behalve in het geval omschreven in de volgende alinea.

Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.

  1. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging.

Opzegging is mogelijk:

–      als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap; of

–      als een lid – ondanks schriftelijke aanmaning – zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging niet nakomt; of

–      wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.

  1. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting.

Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.

De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.

  1. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid waarvan het lidmaatschap is opgezegd, geschorst.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via gangbare communicatiemiddelen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.

Artikel 5 – Contributie van de leden

  1. Met uitzondering van de leden van verdienste en de ereleden, betalen de leden een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene vergadering.

De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen.

  1. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.

Artikel 6 – Bestuur: samenstelling en benoeming

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste vijf meerderjarige natuurlijke personen.

De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast, met inachtneming van het bepaalde in de vorige zin.

Het bestuur heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. De leden worden in functie benoemd.

Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.

Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.

Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.

  1. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden.

Deze benoeming vindt plaats uit de meerderjarige leden van de vereniging, en/of de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige leden.

  1. De benoeming van bestuursleden vindt plaats uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken.

De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld.

De voordracht is niet bindend.

  1. a) Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.

b) De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

Artikel 7 – Bestuur: einde functie, schorsing

  1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:

–      door aftreden van een bestuurslid;

–      door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;

–      door overlijden van een bestuurslid;

–      door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;

–      wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging;

–      door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering;

–      wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;

een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.

  1. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman laten bijstaan.

Artikel 8 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
  2. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.

Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  1. In het huishoudelijk reglement wordt de nadere regeling omtrent de bestuursvergaderingen en de besluitvorming van het bestuur opgenomen.

Artikel 9 – Besluitvorming buiten vergadering

Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.

Artikel 10 – Bestuur: taken en bevoegdheden

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Iedere bestuurder is tegenover de vereniging verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.

Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende de door de wet voorgeschreven termijn te bewaren.

  1. Het bestuur is wel bevoegd – na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering – te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, maar niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.

Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen.

Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit plaatsvindt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 11 – Vertegenwoordiging

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
  3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vereniging bestaat ook als tussen de vereniging en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
  4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 12 – Verslaggeving en verantwoording

  1. Het boekjaar van de vereniging loopt van één juli tot en met dertig juni van het daarop volgende jaar.
  2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de algemene vergadering uitgezonderd, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
  3. Het bestuur legt, nadat de jaarstukken zijn gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.

Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.

De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.

Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.

Artikel 13 – De algemene vergadering: bevoegdheid en jaarvergadering

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    a) het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
    b) het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
    c) het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
    d) de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar;
    e) de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en
    f) voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.

Artikel 14 – De algemene vergadering: oproeping

  1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.

Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.

Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd.

  1. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van:

–      een publicatie in het verenigingsorgaan; of

–      een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister; of

–      een advertentie in een ter plaatse veelgelezen dagblad.

De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.

  1. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
  2. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.

Artikel 15 – De algemene vergadering: toegang en stemrecht

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging, en de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige leden van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
  2. Ieder spelend lid, ieder niet-spelend lid, ieder lid van verdienste en ieder erelid heeft één stem.

Een geschorst lid heeft geen stemrecht.

Het stemrecht van een minderjarig lid kan alleen worden uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger.

  1. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen.

Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.

Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan als de volmacht elektronisch is vastgelegd en voldoende identificeerbaar is.

Eén lid kan niet meer dan twee andere leden vertegenwoordigen.

Artikel 16 – De algemene vergadering: besluitvorming

  1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal.

Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.

  1. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  2. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.

Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.

  1. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
  2. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.

Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.

Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, op voorwaarde dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.

Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.

  1. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis van het bestuur is genomen.
  2. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen – mits met algemene stemmen – geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.

Artikel 17 – De algemene vergadering: leiding en notulen

  1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging.

Ontbreekt de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

  1. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.

Artikel 18 – Statutenwijziging

  1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
  2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste vijfentwintig procent (25%) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe algemene vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden.

De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering gehouden.

  1. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.

Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.

Artikel 19 – Fusie, splitsing, omzetting

Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 20 – Ontbinding

De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.

Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld.

De boeken en stukken van de ontbonden vereniging blijven gedurende de door de wet voorgeschreven termijn onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon.

Artikel 21 – Vereffening

  1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
  2. De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.

Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.

  1. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging.

Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s).

De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.

De vereniging houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.

Artikel 22 – Reglementen

  1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen.
  2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.

Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.